Lege vaten, een adventsmeditatie over de bruiloft te Kana
– (Johannes 2).
Het woord ‘bruiloft’ wordt nogal eens gebruikt door Jezus. En het heeft altijd te maken met wat de bijbel noemt: ‘Het Koninkrijk der hemelen’.
En daarbij moet je niet denken aan iets dat heel hoog en heel ver is, maar juist aan het hier en nu. Wij bidden toch ook in het gebed dat Jezus geleerd heeft: ‘Uw Koninkrijk kome’.
In deze tijd van beperkingen en maatregelen van de overheid merk ik dat het leven nu eenmaal niet een voortdurende bruiloft is: er is een virus in de schepping. Het leven raakt ontregelt. En dan komt de schok: de wijn is op. Er ontstaat een leegte, het feest bloedt dood. Ineens is alles afgelopen. Geen wijn meer. Geen uitzicht meer. Geen hoop meer. Veel mensen hebben daaraan te lijden.
De evangelist Johannes vertelt, dat Jezus zijn discipelen het eerst meeneemt naar een bruiloft. Ze zullen later ook andere ervaringen hebben. Ze zullen getuigen zijn van bijna eindeloze twistgesprekken. Ze zullen delen in de eenzaamheid, die de Heer te wachten staat. En ten slotte zal hun geloof op de proef gesteld worden door zijn lijden en sterven.
Maar het begint allemaal met de bruiloft. Hun leven lang mogen zij niet vergeten, dat hun hart vrolijk is geweest met Jezus en Maria op de bruiloft te Kana in Galilea. Het lijkt wel of Jezus hun goed wil inprenten, dat zij bestemd zijn voor het messiaanse feest.
In dit verhaal heeft Maria een belangrijke plaats. Het is heel opvallend dat ze niets vraagt. Ze vraagt niet om een wonder, ze vraagt helemaal niets. Ze stelt alleen het feit vast: ‘Er is geen wijn meer’.
De wijn was op. Dat had niemand zien aankomen. Een ramp! Maria legt het probleem aan Jezus voor. Ook wij kunnen dat doen bij alles wat ons overkomt. Maar dat betekent niet dat, als je je problemen en zorgen aan Jezus voorlegt, automatisch binnen de kortste keren de problemen zijn opgelost. Jezus heeft het over Zijn manier en Zijn tijd. Dat is vaak heel anders dat wat wij verwachten of zouden willen. Dat is de betekenis van het antwoord, dat Jezus aan Maria geeft.
Voor Jezus is dit incident een aanleiding iets van zijn nu nog verborgen heerlijkheid te laten zien. De lege vaten worden gevuld en de wijn stroomt zo overvloedig, dat het feest niet opnieuw in gevaar wordt gebracht. Jezus breit het weer recht maar op Zijn manier en op Zijn tijd.
Het Koninkrijk Gods, dat Jezus nabij gebracht heeft, kenmerkt zich door bruiloftsliederen, door feestgezangen, door overvloed van brood en wijn.
Het is waar, de bruiloft van Kana wijst naar een toekomst die er nog niet is. Wij mogen er in geloven. Daarom vieren we ook advent. Dat woord advent betekent komst. Zijn wederkomst verwachten we en ondertussen vieren we zijn komst In Bethlehem. Het begin is er!
Wie weet hoe het verhaal van Jezus begon, zal het niet meer spoedig vergeten. Hij of zij gelooft dat hij of zij als bruiloftsganger voor het feest bestemd is, ondanks alle mislukkingen, eenzaamheid, beperkingen, angst en vervreemding, ondanks ziekte, lijden en kruis:
Wij willen de bruiloftsgasten zijn met Jezus en Maria!
Ds. Johan Hoornenborg